Met schepen, molens, onroerend goed en landerijen vergaarde de getalenteerde reder, koopman en zakenman Gijsbert de Lengh (1678 – 1755) een fortuin. Zijn familieleven was minder bloeiend: hij had één ongehuwde zuster en zelf trouwde hij pas op zijn 60ste, met de weduwe van zijn overleden compagnon Roeland Kuyter. Gijsbert de Lengh en Roeland Kuyter waren jarenlang zakenpartners, zeker vanaf 1707. Samen waren zij onder andere eigenaar van de achtkante zaagmolen ‘De Pauw’ op de Noordendijk.
De Lengh had geen kinderen en ook geen neven of nichten en zo rond 1753 – zijn echtgenote was inmiddels overleden – werd de vraag steeds crucialer: “Wat te doen met de erfenis?”