Regenten en de Regentenkamer

Regenten van het Lenghenhof

Stichter van het Regenten- of Lenghenhof Gijsbert de Lengh (1678 – 1755) bemerkte dat zijn gezondheid achteruit ging, net toen de grond voor het hof werd aangekocht. Daarom benoemde hij alvast twee regenten die uit zijn naam dit project konden afmaken en het gedachtengoed van De Lengh konden voortzetten.  De twee regenten waren  Mr. Pieter Hoeufft, schepen van Dordrecht en Leendert Roos, koopman en zij kozen als mederegenten David Crena, reder en Elisabeth de Lengh, de zuster van Gijsbert. Gezamenlijk brachten zij de bouw tot een goed einde en lieten ze een ‘heylsaem regelement voor de bewooners en orders op de uytdeelingen’ opstellen. Verder kwamen er beheersregels en in 1756 konden de eerste bewoonsters hun huisjes betrekken.

De regenten stelden ook regels op voor hun eigen opvolging: een ieder van hen moest per testament zijn opvolger aanwijzen. Als dat was uitgebleven, zou het naaste familielid, zonen vóór dochters, worden benoemd. Met goedvinden van de mederegenten kon men ook bij leven afstand doen, zoals Elisabeth de Lengh deed. Vanwege haar vergevorderde leeftijd benoemde zij in 1763 in haar plaats Anthony Bax, notaris en procureur. Deze familie zou de post tot 1992 bekleden.

Zittende vrouwe ‘Architectura’ wijzend naar de vier Regenten

Regentenkamer

Bij de bouw van de Lenghenhof werd, zoals gebruikelijk in die tijd, speciale aandacht besteed aan de Regentenkamer. Als locatie werd gekozen voor een vertrek recht tegenover de ingang van de Hof, naast de gang naar de Achterhof. Aan de buitenzijde onderscheidt de Regentenkamer zich alleen van de andere huisjes door de twee iets grotere ramen, afgedekt (sinds 1910) met luiken. Het verhaal wil dat er ook altijd een boom voor de ramen heeft gestaan om het interieur tegen daglicht te beschermen. In ieder geval stond er rond 1880 een kastanjeboom die in 1987 moest worden vervangen door een nieuwe kastanje. Deze werd in 2016 gerooid, waarna tuinman De Vries de Hof een nieuwe boom aanbood: een esdoorn.

Het interieur van de Regentenkamer werd naar de laatste mode en kennelijk met weinig financiële terughoudendheid ingericht. Er werd gekozen voor lambriseringen rondom van het Belgische marmer ‘Rouge Royal’ en een eveneens geheel marmeren schouw. Als schouwstuk is daar een zittende vrouwe ‘Architectura’ te vinden, een passer in de hand en naast zich op de grond de verwijzing naar het brood (tarwe), bier (de kan) en geld dat de bewoonsters mochten verwachten. Zij wijst naar de vier Regenten op de achtergrond van het schilderij.

Goudleerbehang

Boven de lambrisering kwam goudleerbehang beschilderd met ornamenten uit de tijd: C- en S- vormen met kuiven en krullen en bloemslingers. Op iedere verticale baan is er op ooghoogte een gestileerde fontein in de vorm van waterspuwende zwanen, hanen en andere grote vogels te zien. In de bovenste zone vindt men papegaaien en verschillende kleine vogeltjes. Het fraaie gekoofde stucplafond is versierd met fijn Lodewijk XV ornament. De afmetingen van het vertrek zijn bescheiden. Met de marmeren lambriseringen in combinatie met het goudleerbehang is dit vertrek echter uniek in Nederland.

Vergaderingen van de Regenten

Normaal gesproken wordt de Regentenkamer tegenwoordig gebruikt voor de vergaderingen van de regenten en eens per jaar tijdens Open Monumentendag. Vroeger werd de kamer vaker gebruikt bijvoorbeeld als een nieuwe bewoonster haar naam in het Bewoonstersboek moest komen zetten. Ook kwamen twee Regenten er twee maal per jaar ‘couponnetjes knippen’ (het losknippen van coupons van obligaties of dividendbewijzen van aandelen) die vervolgens moesten worden ingewisseld bij de bank. Vroeger bevond zich een kluis met waardepapieren in de Regentenkamer. Deze is echter tijdens de watersnoodramp in 1953, samen met de gehele Hof 79cm onder water komen te staan. Nadat het water gezakt was, kon de kluis, die vol water stond, niet meer geopend worden. Geruime tijd later lukte dit uiteindelijk met veel moeite wel, maar de inhoud was toen helaas vergaan en niet meer te redden.